In het onderzoeksproject CAMPI (de voorloper van het Fieldab CAMPIONE) werkten ‘asset owners’ uit de procesindustrie, technischdienstverleners en universiteiten tot eind 2016 samen rondom het thema ‘condition-based maintenance’. De vraag die centraal stond, was: kunnen we een strategie ontwikkelen voor het bepalen van het juiste type onderhoud en het juiste moment voor het plegen ervan? Begin november vond de slotbijeenkomst plaats waar de resultaten werden gedeeld.

Coordinated Advanced Maintenance and Logistics planning for the Process Industries (CAMPI) is een studie van het Dutch Institute for Advanced Logistics (Dinalog), waarin World Class Maintenance participeert. Het kennisinstituut verbindt fundamenteel onderzoek aan toepassingen in het bedrijfsleven. Service- en onderhoudslogistiek is een van de thema’s waarop Dinalog zich richt.

Werkpakketten

CAMPI is opgedeeld in drie werkpakketten, waarbij de leiding in handen ligt van de universiteiten van Groningen, Eindhoven en Tilburg. Kort gezegd gaat werkpakket één over de potentiële meerwaarde van het uitwisselen van data. Werkpakket twee gaat over het nemen van betere beslissingen voor het inplannen van onderhoud. En drie onderzoekt vooral de relatie tussen de asset owners en hun dienstverleners en de hiermee samenhangende culturele barrières.

Tijdens de afsluitende bijeenkomst bij gastheer Stork Technical Services op 9 november 2016 in Utrecht presenteerden de onderzoekers de resultaten.

Visie en durf

“Dit soort innovatieprojecten doen, met verschillende bedrijven en invalshoeken, daar is visie en durf voor nodig”, opent WCM-directeur Henk Akkermans de bijeenkomst. Hij licht toe dat Dinalog het onderwerp condition-based maintenance vanuit logistiek gezichtspunt interessant vindt, omdat het effect heeft op de logistieke keten. Ook de deelnemende bedrijven toonden visie door in het project te stappen. Akkermans: “En CAMPI is ook de perfecte basis voor toegepast onderzoek in het Fieldlab CAMPIONE.” Een les uit het onderzoek is dat het soms moeilijk is om een mooie dataset te verkrijgen. “Bloed, zweet en tranen kost het soms.”

DSC 0007Henk Akkermans, WCM

De beste combinatie

Hoogleraar Besliskunde Ruud Teunter van Rijksuniversiteit Groningen is projectleider. “De procesindustrie is een grote en belangrijke sector in Nederland en daarin is de onderhoudssector een grote tak. Veel van de machines in de chemie  draaien 24 uur per dag en de vraag is ‘wanneer is het beste moment om onderhoud daaraan uit te voeren?’.” In de praktijk blijkt dat veel bedrijven werken op basis van preventief onderhoud, maar dat men hiermee te vaak en/of te vroeg ingrijpt. “Er is een brede wens om meer conditiegestuurd onderhoud te doen. Een van de grootste problemen van condition-based maintenance (cbm) is dat er weinig tijd is om te plannen en onderhoudsactiviteiten voor diverse machines goed af te stemmen. In dat opzicht is preventief onderhoud gunstiger. Een belangrijk doel van dit project was om te zoeken naar de beste combinatie van de de voordelen van preventief onderhoud en de voordelen van conditie gestuurd onderhoud.”

DSC 0024Ruud Teunter, Rijksuniversiteit Groningen

Human factor

Hans Minnaard van projectdeelnemer Stork Technical Services: “Wij zagen bij de start van het project al dat de data er zijn, maar dat deze onvoldoende worden gebruikt in faalstudies. En we zagen dat we deze innovatie niet alleen zouden kunnen doorvoeren. Samenwerken met andere partijen zou ons verder brengen op dit onderwerp.” Minnaard noemt als leermoment uit de studie dat de ‘menselijke factor een belangrijke rol speelt bij onderhoudsplanning.. “Onze aanname was ‘we gaan voorspellen en perfect onderhoud doen’. Maar dan komt de human factor en gaan er dingen mis. Kunnen we die vinden in de data? Dat zou een vervolgproject kunnen zijn.”

DSC 0060Hans Minnaard, Stork

Iteratief proces

Nico van Kessel van Tata Steel constateert dat er in de praktijk sprake is van een flink gat tussen werkpakket een en twee. Tata Steel doet al het nodige aan cbm, zegt hij, maar als je het echt analyseert, is het vooral werk uit dat uit inspecties voortkomt. Hij wil graag richting echt conditiegestuurd onderhoud. “Maar hoe kun je daar naar toe groeien? CAMPI geeft daarin inzicht.” Van CAMPI heeft hij ook geleerd dat je niet te groot moet beginnen met cbm. Van Kessel: “Begin op een laag niveau. Het is een iteratief proces.”

Context nodig

Een andere conclusie die een aantal malen naar voren komt, is dat je met data alleen er nog niet bent. Mensen met systeemkennis, of, in andere woorden, met kennis van de context, zijn nodig om de data te analyseren en de analyse correct te duiden. Ook het beschikbare budget speelt een rol, blijkt uit een opmerking van Wim van Halderen (BP): “De snoepwinkel groeit, maar mijn zakgeld niet.”

DSC 0162Wim van Halderen, BP

Fieldlab CAMPIONE

Paul van Kempen (WCM) gaat in op de rol van het fieldlab CAMPIONE bij het valoriseren van de in CAMPI opgedane kennis. “In CAMPIONE kunnen partijen de kennis in de praktijk testen en zo verder brengen naar een markttoepassing en een businesscase.” De traditionele driehoek in de maintenance waardeketen bestaat uit asset owner, serviceprovider en OEM’er, zegt Van Kempen (WCM). “Daar komen nu nieuwe toetreders bij, dankzij de mogelijkheden van Internet ofThings.” Hij noemt Ericsson dat in het fieldlab een rol speelt bij het verzamelen en analyseren data ten behoeve van onderhoud. Het fieldlab is ook belangrijk voor het opleiden en trainen van mensen die met de nieuwe technieken en methoden moet werken.

Akkermans besluit de middag met de constatering dat CAMPI is afgesloten, maar dat het onderzoek doorgaat.

 

Paul van Kempen
Contactpersoon:

Paul van Kempen
+31 6 53 18 25 73
Heeft u een vraag?