‘De Summer School helpt om breder te kijken’ – interview met Bianca Coolen van Heijmans

World Class Maintenance verheugt zich deze zomer, ondanks alle coronaperikelen, op maar liefst 38 deelnemers aan de tiende WCM Summer School die van 26 tot en met 30 juli op de Legerplaats Stroe gehouden wordt.

Het hoofdonderwerp van deze vijfdaagse reeks aan workshops, een unieke case study – dit jaar in samenwerking met Heijmans –, bijbehorend bedrijfsbezoek en een leiderschapstraining is  ‘Doorstroming als een Service’ (DaeS). Alle studenten en young professionals die aan deze tiende WCM Summer School deelnemen, gaan aan de slag volgens de nieuwste inzichten in maintenance.

Veelbelovende groep deelnemers

De groep is een internationale mix van veelbelovende Master-, PDEng- en PhD-studenten maar vooral ook young professionals. De young professionals van dit jaar werken bij SPIE – Sitech Services – HHNK (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) – Waternet – NS – TATA Steel – Eneco – Schiphol – SHELL – Croonwolter&dros – Heijmans – Gemini Windpark – VOPAK – NLR – Gunvor Petroleum Rotterdam – Ministerie van Defensie en Thales Nederland.
Verder zijn er studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen – Technische Universiteit Eindhoven – Technische Universiteit Delft en Twente University.

Interview Bianca Coolen over de case

Voormalig Summer School-deelnemer Bianca Coolen van Heijmans Infra vertelt over de case en haar ervaringen met de zomerschool. “Wij zoeken technisch-inhoudelijke adviezen en tips over samenwerken tussen organisaties met uiteenlopende belangen.”

“DaeS is nieuw, nieuw, nieuw; het is nieuw in de manier van samenwerken, in de contractvorm, in de contractperiode van twintig jaar, en ook de technieken die we willen toepassen zijn nieuw. We proberen technieken toe te passen die toekomstige ontwikkelingen niet in de weg zitten. We leggen nu bijvoorbeeld een glasvezelnetwerk aan met meer vezels dan er nu nodig zijn. Want wie weet hoeveel data we over twintig jaar versturen?”, zegt Coolen.

Alles met een stekker

De gemeenten Enschede en Almelo sloten eind 2019 een twintigjarig (!) contract (vier periodes van vijf jaar) af met Heijmans en ingenieursadviesbureau Sweco om de verkeersdoorstroming in beide gemeenten te garanderen en te optimaliseren. Heijmans en Sweco zetten binnen de gemaakte afspraken het gemeentelijk beleid om naar daadwerkelijke prestaties op straat. Coolen: “Het gaat over het overnemen en inrichten van ‘alles met een stekker’ aan de kant van de weg. De wereld van mobiliteit wordt namelijk steeds complexer. De overheid wil alleen een regierol en dat was de aanleiding om DaeS te ontwikkelen.”

Welke onderhoudsinnovaties inzetten?

Heijmans en Sweco bepalen zelf met welke technieken zij de verkeersdoorstroming willen realiseren, bijvoorbeeld door het plaatsen van slimme verkeerslichten. Het aanpassen van de daadwerkelijke infrastructuur valt buiten de scope van het contract en blijft de verantwoordelijkheid van de gemeenten.

“De centrale vraag voor de deelnemers is hoe we beschikbare onderhoudsinnovaties kunnen inzetten om de onderhouds(contract)prestaties van de verkeersdoorstroomsystemen te verbeteren. Welke onderhoudsinnovaties zijn wenselijk en mogelijk en in welke volgorde? Vanzelfsprekend dienen deze onderhoudsinnovaties te passen bij de individuele wensen en eisen van de gemeenten Enschede en Almelo.”

Running while changing

Eén van de speciale uitdagingen hierbij is ‘running the business while changing the business’, zegt Coolen. “Hoe kun je ervoor zorgen dat je vanaf de start al een voldoende goede onderhoudsperformance levert, terwijl je ook aan verbetertrajecten, bijvoorbeeld richting predictief onderhoud, werkt? En hoe ga je om met mogelijk wisselende eisen en wensen van de betrokken partners?” Complicerende factor is de gesloten markt van de verkeersregelinstallaties (VRI), met slechts enkele leveranciers. “Wij proberen daarin een onafhankelijke rol te pakken en het beheer van de automaten zo te doen dat het toekomstvast is. Dat vraagt iets anders van de leveranciers, anders dan ze nu doen. Maar door te standaardiseren en optimaliseren wordt het efficiënter.”

Fifty-fifty

De belangen van Sweco en Heijmans lopen uiteen. Sweco is een ingenieursadviesbureau met onder andere mobiliteitsexperts; Heijmans richt zich op het asset management van de installaties. Ook de individuele verdienmodellen verschillen. “Het zwaartepunt ligt nu op de hardware en we verwachten dat dit in de toekomst verschuift naar de functionele kant en dus meer naar Sweco. Ongeacht hoe dat zwaartepunt zich ontwikkelt: de afspraak is en blijft dat de marge altijd fifty-fifty wordt verdeeld over beide partijen. Je dwingt zo om transparant te zijn.”

Groeipad

Binnen DaeS dragen de vier partijen samen de eindverantwoordelijkheid voor het verslimmen van het verkeersmanagementsysteem in Enschede en Almelo. Het contract is een publiek-private samenwerking en omvat onder meer cultuur- en organisatieverandering, businesscasevorming en het werk zelf: beheer en instandhouding. “Niet als opdrachtgever versus uitvoerder, maar als één team. Maar we hebben natuurlijk wel alle vier ons eigen belang. Een van de uitdagingen is om daar chocola van te maken. Het is voor ons ook een groeipad; van aannemer van de techniek naar eindverantwoordelijke van de verkeersdoorstroming.”

Doe Alles Eens Samen

Het optimaliseren van de samenwerking was onderdeel van de aanbesteding. “We hadden onder meer bedacht om eens per twee weken fysiek bij elkaar te komen en samen te werken. Ook met de gemeenten erbij, om elkaar te leren kennen. Toen kwam corona en ging alles online. Nu werken we aan een hybride model waarin we online en fysiek combineren. Mijn samenwerking met Martijn Elting, teammanager Mobiliteit Noord- en Oost-Nederland van Sweco is in ieder geval prima. Samen met twee deskundigen van de gemeenten vormen we een team, waarbij we allemaal een rechterhand hebben die ook als back-up fungeert. Over pakweg vijf jaar moet je eigenlijk niet meer kunnen zien wie van welke organisatie is. Het moet dan één team zijn dat dezelfde taal spreekt. De direct betrokkenen doen dat al, nu de rest nog. Of zoals we onderling zeggen: Doe Alles Eens Samen.”

Cirkel rond

Coolen deed in 2013 als technisch officier van de Koninklijke Luchtmacht mee aan de Summer School. De case toen ging over samenwerken binnen een prestatiecontract voor het onderhoud aan een sluiscomplex in Terneuzen. Indiener van de case: Heijmans. “De case dit jaar is inhoudelijk in zekere zin een vervolg op de case van toen. Ja, de cirkel is hiermee wel rond, ook voor mijzelf”, zegt Coolen lachend. Bij de luchtmacht was ze namelijk toe aan een nieuwe uitdaging en wilde ze verder kijken, blikt ze terug. “De case van Heijmans opende mijn ogen in zoverre dat ik me realiseerde: hé, die aannemers hebben ook interessante onderhoudsopgaven.” Ze benaderde Heijmans later en kwam er in dienst.

Breder kijken

“De Summer School was erg leerzaam én leuk. De afwisseling van colleges volgen, aan de case werken en de leiderschapstraining doen, was super. Mijn deelname heeft mij zeker geholpen om breder te kijken naar de onderhoudssector. Hoe gaan andere organisaties met vergelijkbare vraagstukken om? Die input is heel leerzaam. Daarnaast heb ik sterk de neiging altijd alles zelf op te lossen. Van de Summer School leerde ik dat iedereen op hoofdlijnen tegen dezelfde soort problemen aanloopt. En dat als je jouw hulpvraag stelt, er altijd mensen bereid zijn om je te helpen. De week was intensief maar heeft meer energie gegeven dan gekost! En in mijn geval heb ik er contacten aan overgehouden die ik nog steeds spreek.”

Nieuwe inzichten ophalen

“Door de DaeS-case voor te leggen in de Summer School hopen we nieuwe inzichten op te halen, net zoals ik destijds meemaakte. We zijn inmiddels anderhalf jaar bezig binnen dit contract. Dat is misschien nog relatief kort, maar de wereld verandert continu. Of misschien ontwikkelden we al wel tunnelvisie. Iedereen is met de beste bedoelingen gestart, maar het kan altijd beter. In de operatie en op strategisch niveau. Strategie en uitvoering aan elkaar knopen is sowieso een grote uitdaging.”

“Een andere invalshoek is de vraag of je DaeS ook elders in de markt kunt zetten. Als ‘olievlek’ richting andere gemeenten, of door te verbreden en niet alleen de VRI-installaties maar bijvoorbeeld ook de openbare verlichting te beheren. Ik zit in een andere rol nu, maar ik kijk er weer naar uit hoe de Summer School mij verder gaat helpen.”

De WCM Summer School vindt dit jaar plaats van 26 tot en met 30 juli in de Generaal-Majoor Kootkazerne in Stroe. Kijk voor meer informatie op de website van de Summer School.