26 juli 2022

Gasunie levert dit jaar de case aan voor de elfde editie van de WCM Summer School. Een case die uit meerdere lagen en vragen bestaat, legt Scholte Strikwerda uit. “Het is een uitdagende megacase, waarbij de bovenliggende vraag is hoe we binnen de BV Nederland de onbalans in energiebehoefte in tijd en plaats goed kunnen managen.”

In het kader van de energietransitie moet het volledige transportnetwerk van Gasunie omgebouwd en/of vernieuwd worden. Een miljardeninvestering die onder tijdsdruk staat, met veel onzekerheden gepaard gaat en met wisselende kaders te maken heeft. “De situatie in Oekraïne is daarvan natuurlijk een lichtend voorbeeld. Ontwikkelingen gaan tegenwoordig exceptioneel snel, ook in de techniek. Het is allemaal minder voorspelbaar dan voorheen. Je wilt ver vooruitkijken, maar daarbinnen moet je maximaal flexibel zijn”, licht Strikwerda toe.

Grootschalig transport en opslag
Gasunie is een netwerkbedrijf voor energie en beheert en onderhoudt de infrastructuur in Nederland en Noord-Duitsland voor grootschalig transport en opslag van voornamelijk aardgas. Dit zal met de energietransitie steeds verder verschuiven naar groen gas en waterstof. WCM Summer School is bedoeld voor young professionals met maximaal tien jaar werkervaring en voor hbo- en wo-studenten in het laatste deel van hun studie. Hoogleraren en docenten van zeven verschillende universiteiten geven colleges en workshops en voorzien de deelnemers van de laatste theoretische inzichten. Daarnaast werken de deelnemers in teams aan een oplossing voor de ingebrachte praktijkcase. Ook vanuit Gasunie doen er meerdere deelnemers mee aan de studieweek.

Technische integriteit
Strikwerda is manager Veiligheid & Inspectie en betrokken vanaf de ontwerpfase tot en met gebruik en instandhouding van installaties. “Mijn afdeling kijkt of een ontwerp voldoet aan de veiligheidseisen, de installatie goed gebouwd wordt en of een installatie of leiding tijdens de gebruiksfase blijft voldoen. Tijdens de bouw en voordat iets in bedrijf gaat, voeren we inspecties uit om te zien of de installatie voldoet aan de minimale eisen. We bewaken kortgezegd de technische integriteit van (risicovolle) technische apparatuur en zijn vanuit deze invalshoeken betrokken bij de transitie naar een nieuw en/of aangepast leidingnetwerk.”

Known unkowns
“Een van de vragen is hoe we onze bestaande kennis op een goede en gestructureerde manier kunnen inzetten. Een voorbeeld: we hebben een methode ontwikkeld om een leiding te lassen terwijl er aardgas in zit. Kan dat bij waterstof ook? Onder welke condities moet dat dan? Welke aanvullende maatregelen zijn er nodig? De bovenliggende vraag is telkens: hoe gaan we het onderhoud doen, of nog beter; kunnen we onderhoud voorkomen? Zo zitten we met verschillende blinde vlekken, de zogenoemde ‘known unknowns’ en ‘unknown unknowns’. Welke manieren zijn er om die blinde vlekken in beeld te krijgen? Hoe kunnen we de bekende onzekerheden op een verstandige manier oplossen? Kunnen we de onzekerheden die we nog niet geïdentificeerd hebben ‘minimaliseren’? Wij zitten sinds jaar en dag in onze ‘tunnel van gas’ te kijken en we hopen dat de Summer School bijdraagt aan frisse blikken, andere invalshoeken en nieuwe oplossingen.”

Praktijkcase zoutcaverne
Om de verschillende vragen waarmee Gasunie zit te concretiseren is er een praktijkcase rondom de nieuwe waterstofopslaglocatie in Zuidwending, nabij Veendam. Manager Operations Techniek Adriaan den Herder: “Bij een waterstofnetwerk heb je net als bij aardgas een opslagfunctie nodig om aanbod en vraag te balanceren. Om het gas in en uit de cavernes te krijgen is een installatie nodig voor compressie, behandeling en reiniging. Voor waterstof is dat niet anders. We willen naast de bestaande aardgasinstallatie in Zuidwending een nieuwe bouwen om de opslag van waterstof mogelijk te maken. De nieuwe installatie zal op hoofdlijnen wel op de bestaande lijken, maar als je inzoomt zie je dat er wel verschillen zijn, bijvoorbeeld in het type compressoren.” Strikwerda: “We weten al heel veel over hoe je moet omgaan met waterstof, maar echte praktijktesten zijn er nog niet veel gedaan. In Zuidwending willen we leren van de praktijk met een hele kleine zoutcaverne voor opslag van waterstof. Als je het veilig wilt doen, moet je het kleinschalig doen. Alle pijpen, materialen en installaties die je daarbij nodig hebt, zijn hetzelfde als bij een grotere caverne. Of ‘het gat’ nu heel groot of heel klein is, verandert aan de lessons learned niet zo heel veel. Het erin stoppen en eruit halen, dus de pijp ernaar toe en alle materialen erboven er omheen, daar gaat het om. Hoe werken de afsluiters, hoe gedragen de materialen zich? Hoe je de  pijpleidingen monitort en meet en hoe je zorgt dat je in control blijft, dat doen we met een hele kleine caverne eronder om de risico’s te minimaliseren. Er zijn meerdere studies naar de opslag van waterstof. Wij kiezen bewust voor dat nieuw te ontginnen terrein. Dat is noodzakelijk voor de grootschalige inzet van waterstof en baanbrekend, wereldwijd.”

Onderhoud inrichten
Den Herder: “Eigenlijk is de kernvraag ‘hoe richten we het onderhoud slim in?’. Wat moeten we daarvoor doen in het project, wat moeten we regelen met onze leveranciers? Welke technieken uit de aardgasinstallatie nemen we mee naar de nieuwe? Ook belangrijk: hoe krijg je het gedrag van al die equipment in beeld? Want het zal zich in de praktijk best eens anders gedragen dan je aanvankelijk verwacht. We hebben overigens geen oneindig budget; het moet dus economisch gezien ook haalbaar zijn. Als het verhaal prijstechnisch niet klopt, krijgen we geen klanten en dus ook geen waterstofeconomie. We zitten nog in het stadium van de basic engineering. Als er vanuit de Summer School goede voorstellen komen voor design for maintenance dan nemen we die zeker in beraad.”

Resources en logistiek
Het gaat niet alleen om de technische uitdagingen, maar ook om het proces en de genoemde wisselende omstandigheden, legt Strikwerda uit. “Hoe ga je daarmee om? Je kunt ook niet alles tegelijk, dus hoe zet je je resources nog beter in? En het is ook logistiek gezien spannend. Het ene faseert uit, terwijl het andere er nog niet is. Het laagcalorisch transportnetwerk voor huishoudens komt vrij. Misschien is dat wel geschikt voor waterstof, maar qua timing klopt het niet. Je moet eerst de transportmogelijkheden – het netwerk – hebben. Daarna kun je pas de handel – en het bijbehorende transport –  doen. Zo lopen we tegen allerlei uitdagingen aan.”

We moeten wat uit onze comfortzone – Scholte Strikwerda, Gasunie

Vertrouwen opbouwen
Van oudsher schrijft Gasunie de specificaties voor waaraan een aannemer zich moet houden. Strikwerda: “We bewegen nu steeds meer naar samen oplossingen bedenken en samen werken in bouwteams. Dat moet ook wel, omdat technologische ontwikkelingen zo snel gaan. Maar dat agile ontwerpen vinden we ook nog wel een beetje eng. Hoe gebruik je elkaars sterke punten? Hoe ga je om met de afhankelijkheid van je partners? Je hebt te maken met verschillende rijpheidniveaus. Wij zitten hoog op veiligheid, maar op efficiency lager. We zullen meer moeten vertrouwen op ketenpartners en dat zijn we nog niet zo gewend.”

Minder unknown unknowns
Strikwerda: “Ik ken meerdere positieve verhalen over de Summer School dus ik kijk uit naar onze deelname en de resultaten die we gaan ontvangen. Onze deelname is ook een manier om ons als bedrijf te etaleren en te laten zien welke gave dingen we allemaal doen. De Summer School is voor ons geslaagd als we het aantal unknown unkowns kleiner weten te krijgen en als deelnemers kansen zien en aandragen die we zelf niet meer zien vanwege die genoemde tunnel. Wij hebben een robuust netwerk, maar in de chemie is men bijvoorbeeld verder in het slim monitoren van afsluiters. Daar kunnen wij van leren. Wij kijken vooral naar de ons bekende proven technology. Ik hoop dat we input krijgen als ‘als je toch nieuw bouwt, waarom doe je dan niet meteen zus of zo’? Of: ‘heb je wel gedacht aan dit of dat?’.” Den Herder: “Het gaat dus om drie zaken: de organisatie, de techniek en het familiariseren; hoe raak je ermee bekend vanuit operatie en onderhoud. Daarbij staat veiligheid altijd voorop en moeten we ook de betrouwbaarheid halen die we met de klant afspreken. Daarnaast mag het niet duurder zijn dan nodig om dat te bereiken.”

Strikwerda: “We moeten wat uit onze comfortzone. We willen versnellen zonder onze basis kwijt te raken. We blijven pijpleidingtransport doen, alleen met andere soorten media. Die kennis daarvoor zijn we aan het opbouwen. We weten al veel, maar zeker niet alles. De Summer School helpt ons hopelijk om weer een tandje slimmer te worden.”

De WCM Summer School vindt dit jaar plaats van 25 tot en met 29 juli in de Generaal-Majoor Kootkazerne in Stroe.