15 december 2017

Op donderdagmiddag 7 december, exact een jaar na de lancering van de gloednieuwe Hands on Tool Time Toolkit, werd de balans opgemaakt: Hands on Tool Time is on the move. Een groep van ongeveer 25 deelnemers discussieerden die middag over de toegevoegde waarde van de tool en over verbeteringen in zijn algemeenheid. Of beter gezegd; de gehoopte toegevoegde waarde voor de deelnemers die nog niet werken met Hands on Tool Time als verbetermethode. Menno van den Berg, projectleider vanuit WCM en consultant bij Stork: “In stops bijvoorbeeld kan deze methode met de app al na twee tot drie dagen zorgen voor relevante feedback.”

App
De toolkit komt voort uit een project over dit onderwerp en is bedoeld voor technische bedrijven. Het doel is om de productiviteit van technisch personeel te meten, verliezen en onnodig oponthoud in kaart te brengen en daarmee verbetertrajecten in te gaan. Het belangrijkste onderdeel uit de toolkit is een app waarmee metingen efficiënter en gestandaardiseerd gedaan kunnen worden.

Noodzaak
De noodzaak voor verbeteringen lijkt hoog: in het licht van de vergrijzing op de werkvloer, de tekorten die ontstaan in technisch vakpersoneel en het stijgende onderhoudskosten is het efficiënter werken met de mensen die je hebt, van groot belang. Als je naar heel Nederland kijkt, kan een verbetering van 10% Hands on Tool Time zorgen voor het oplossen van het totale tekort aan technisch personeel.

Wat gaat er vooraf?
Katrien Maesen, PDM, begeleidde de tafel waar de vraag gesteld werd: ‘Wat gaat er vooraf aan een verbetertraject?’ Opvallend was dat er veel deelnemers aangaven te handelen uit een soort onderbuikgevoel. Ontevredenheid, de wil om bijvoorbeeld kosten te besparen, of efficiënter te werken liggen voornamelijk ten grondslag aan een verbetertraject. Duidelijk werd wel dat het zowel belangrijk is om top down als bottom up te werken met HoTT: zowel het management moet achter het verbetertraject staan, en richting de technici op de vloer moet helder gecommuniceerd worden waar de metingen toe leiden. Walter Mesterom van PDM sloot af: “Mijn ervaring is dat het zeker 3-5 jaar duurt voordat een organisatie het complete asset management goed heeft ingesteld.”

Wat kunnen procesverbeteringen betekenen?
Jan Willem Davidse, PDM, was tafelheer van de vraag ‘Wat kunnen procesverbeteringen betekenen?’ Volgens Davidse waren de deelnemers eensgezind over het belang van communicatie. Resultaten moeten helder gedeeld worden, ook op individueel niveau. Helder was ook dat de metingen zelf van groot belang zijn. Ze moeten dan ook uitgevoerd worden door getrainde mensen, was de algemene conclusie. Tijdens het meten worden namelijk oorzaken van verbeterkansen zichtbaar en is er ook ruimte om hierover door te vragen. “Het verhaal achter een meting is net zo belangrijk als de cijfers zelf,” werd letterlijk gezegd door een deelnemer. Daarnaast kwam vanuit de zaal de vraag op over het soort metingen. HoTT werkt met de zogenaamde Continue Tijdswaarneming (CTW) waarbij technici continue gevolgd worden gedurende hun dag. Dit is de enige manier om verliezen helder in kaart te brengen.

Wat hoop je uit de HoTT Toolkit te halen?
Mario Idsinga, Stork, ging aan de derde tafel met de deelnemers in gesprek over de vraag ‘Wat hoop je dat de HoTT Toolkit praktisch kan bieden?’ Hier werden de voordelen van de Toolkit benoemd: gestandaardiseerde data, universele data, de online en snelle beschikbaarheid, het gemak in het gebruik van de tool. Het feit dat de data niet meer geanalyseerd hoeft te worden. Ook de kwalitatieve analyse is van groot belang. Van den Berg: “Het verhaal van de medewerker zelf is vaak het startpunt voor een verbeterproces, niet de cijfers zelf.”

Industriestandaard
Paul van Kempen, directeur WCM, sloot de bijeenkomst af met een pleidooi om van de HoTT Toolkit de nieuwe industriestandaard wat betreft procesverbeteringen te maken. “Want”, zegt Van Kempen: “Een goed gevulde database kan ontzettend veel interessante informatie opleveren voor de deelnemende bedrijven. Ze kunnen dwarsdoorsnedes maken en de eigen prestaties niet alleen vergelijken met hun eigen eerdere metingen, maar ook met metingen van collega-bedrijven in dezelfde sector, of juist met bedrijven uit een compleet andere sector. Dat is ook waarom wij als WCM dit project ondersteunen: we zijn benieuwd naar de geanomiseerde data uit deze database. Daaruit kunnen we opmaken hoe Nederland erbij staat als het gaat om efficiëntie.”

Waarheid
Van Kempen maakte het belang duidelijk door een voorbeeld, hij vroeg de zaal: “Hoeveel kerstlichtjes hangen er in deze kerstboom denken jullie? Het mooie is, als we maar genoeg mensen vragen een schatting te geven, zal het gemiddelde van al die schattingen ongelofelijk dichtbij het ware aantal van 45.000 lichtjes liggen. Zo is het met de HoTT-metingen ook: hoe meer gegevens in de database, hoe dichter we bij de waarheid komen. We gaan een HoTT community opbouwen.”