4 september 2019

De achtste editie van de WCM Summer School vond dit jaar plaats op de militaire basis in Stroe. 52 studenten kregen in de studieweek in zeven workshops de nieuwste maintenance-gerelateerde theorie voorgeschoteld. Theorie die ze direct konden toepassen op een praktijkcase van Rijkswaterstaat. “We gaan graag aan de slag met de bedachte oplossingen”, zegt RWS-directeur Nienke Bagchus op de slotdag.

WCM Summer School is bedoeld voor young professionals met maximaal tien jaar werkervaring en voor hbo- en wo-studenten in het laatste deel van hun studie. World Class Maintenance (WCM) werft via het eigen netwerk deelnemers. Potentiële deelnemers leveren vooraf een cv en motivatiebrief in die wordt beoordeeld door een selectiecommissie. Summer School-directeur Jan Braaksma: “We hebben geen winstoogmerk en werken samen  met hoogleraren en docenten van zeven verschillende universiteiten. Dat is een keuze en zijn we onderscheidend. De theorie verbinden we aan de praktijk door middel van een echte praktijkcase. De deelnemers werken vervolgens in teams aan een oplossing hiervoor.”

Samenwerkingsverband

De WCM Summer School is een samenwerkingsverband van zeven Nederlandse universiteiten, het ministerie van Defensie en WCM. Luitenant-kolonel Henk van Gelder over de rol van Defensie: “Voor Defensie is het jaarlijkse gastheerschap van de Summer School een goede manier om aan te sluiten op een (burger)omgeving waarin maintenance-innovatie ontwikkeld wordt. Het geeft defensiemedewerkers de kans om de meest recente inzichten en ontwikkelingen op het gebied van maintenance-engineering en management tot zich te nemen en hun netwerk binnen en buiten Defensie uit te breiden.” De studieweek wordt dit jaar op 2 augustus afgesloten met de verkiezing van de beste oplossing. De tien studententeams presenteren hun voorstel aan vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat en maintenance-professionals, die vervolgens via een stembiljet hun stem kunnen uitbrengen op de in hun ogen beste oplossing.

Smart Maintenance Skillslab

Voordat het zover is, legt WCM-directeur Paul van Kempen uit wat WCM als brancheorganisatie allemaal doet en welke doelen zij nastreeft. Zo heeft WCM op dit moment een twintigtal innovatieprojecten lopen en zeven Fieldlabs operationeel, waarin bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden samenwerken rondom een centraal thema. Fieldlab Campione gaat bijvoorbeeld over het honderd procent voorspelbaar maken van onderhoud in de procesindustrie en Fieldlab Zephyros zet in op het optimaliseren van onderhoud voor energietechnologieën. Een nieuw initiatief is het project Smart Maintenance Skillslab, waarin bedrijven en onderwijsinstellingen samenwerken aan de ontwikkeling en toepassing van nieuwe onderwijsvormen in de maintenancesector als oplossing voor de toenemende krapte op de arbeidsmarkt (kwantitatief en kwalitatief).

Young WCM

Van Kempen meldt nog een nieuw initiatief: Young WCM, een interactief platform voor maintenancestudenten en jonge maintenanceprofessionals. Het idee voor Young WCM ontstond naar aanleiding van de successen met vorige WCM Summer Schools, vertelt Van Kempen. “We willen het enthousiasme en het netwerk van de young professionals behouden. Voor henzelf, maar ook voor het WCM-netwerk. Het idee is dat er een platform ontstaat waarop deelnemers ideeën en dilemma’s delen, nieuwe inspiratie opdoen, (tijdelijk) deelnemen aan Fieldlabs en projecten en zo hun netwerk en ervaring opbouwen.” Er werken al twee teams aan cases van NS en Tata Steel rondom de vraag hoe maintenance kan bijdragen aan de energietransitie.

De vraag

De vraag van Rijkswaterstaat (RWS) waarop de studententeams deze week een antwoord moeten formuleren, luidt: ‘hoe kan RWS smart maintenance-innovaties toepassen in de onderhoudsprocessen van sluiscomplex Eefde met als doel de maintenanceperformance te verbeteren?’ Het opstellen van de casus was een echte team effort, zegt Angelien van Boxtel van RWS. “Samen met onder meer Dinant Schippers van RWS, Celeste Martens van Croonwolter&dros en mensen van aannemer Mobilis.” Van Boxtel voorzag de studenten eerder in de week van uitgebreide informatie over de sluis. Ook een bezoek aan de sluis was onderdeel van het programma. Met een zevental workshops over onder meer asset life cycle management, asset information management, service supply chains en predictive maintenance werden de deelnemers gedurende de week door experts van de participerende universiteiten voorzien van de benodigde theorie.

Mix van theorie en praktijk

WCM Summer School is toegankelijk voor WCM-leden en voor niet-leden. Deelnemer James Nwafor komt uit Nigeria en volgt een master Material Science aan de universiteit in Kiel. “Ik weet dat er veel ontwikkelingen zijn in smart maintenance en daarvan wilde ik meer weten. Nou, dat is goed gelukt. Ook het samenwerken in een team met verschillende experts vond ik erg waardevol.” Yawar Abbas uit Pakistan, MSc Mechanical Engineering en Ph.D. aan de Universiteit Twente hoorde via een collega over de Summer School. Het concept sprak hem aan en hij ziet dat bevestigd in de praktijk. Abbas: “De Summer School is een goede mix van theorie en praktijk. Het bezoek aan het sluiscomplex vond ik een meerwaarde; het geeft je inzicht in de dagelijkse maintenancepraktijk.”

Leiderschapstraining

Waqas Khalid, Ph.D. candidate Maintenance aan de Technical University of Denmark, kwam de WCM Summer School online op het spoor en besloot in te schrijven. Predictive maintenance wordt in Nederland anders benaderd dan in Denemarken, signaleert hij. Khalid: “Wij zijn vooral actief in de offshore olie en gasindustrie en richten ons vooral op maintenanceplanning. Hier gaat het meer over de complete life cycle.” Sascha Stikkelorum werkt bij IES Management. Haar werkgever wees haar op de zomercursus. “Het leek me een leuk concept om nieuwe dingen te leren en om te netwerken. En dat blijkt inderdaad zo te zijn.” Ze noemt de leiderschapstraining die Defensie verzorgde als verrassend aspect. “Ik heb geleerd dat als de omstandigheden veranderen, ook je rol als leidinggevende kan veranderen en dat je kan switchen in je aanpak.”

Aanpak verschilt, doelen zijn hetzelfde

Maintenance-engineer Jon Groot van SPIE Nederland had deelnemen aan de WCM Summer School al langer op zijn wensenlijstje staan. Dit jaar was het zover. Groot: “Wat ik meeneem naar mijn dagelijkse praktijk is dat je door het combineren en vergelijken van verschillende gegevens, nieuwe informatie naar boven kunt halen. Ik heb hier ondervonden hoe je dat kunt doen met database-analyse.” Sietze Bruinsma, data-analist bij de Koninklijke Marine: “Ik vond het goed om te zien dat de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven zo soepel liep. De aanpak verschilt soms, maar de doelen zijn hetzelfde. Ik heb geleerd dat het niet uitmaakt waar je werkt. We zitten allemaal op hetzelfde niveau. Tijdens de Summer School krijg je high level nieuwe kennis mee vanuit de lectures, maar eigenlijk staan we allemaal nog aan het begin van predictive maintenance.”

Over het voetlicht brengen

In de centrale hal waar de teams hun oplossing presenteren op deze afsluitende bijeenkomst is het geroezemoes oorverdovend. De studenten lichten in teams hun ideeën toe en kritische toehoorders vragen naar het hoe en waarom. Angelien van Boxtel pendelt tussen de verschillende teams en zegt dat ze veel interessante dingen heeft gezien en gehoord. “Erg leuk, heel gedetailleerd ook en ook heel visueel gemaakt. Maar nu ga ik gauw naar de volgende.” Geert-Henk Wijnants is consultant bij Stork Asset Management en tipt in het voorbijgaan de teams twee, vijf en tien als mogelijke winnaars. “Je moet als onderhoudsman niet alleen een technische oplossing bedenken, je moet het ook over het voetlicht kunnen brengen. Deze teams hebben dat begrepen.”

Assets verouderen

Nienke Bagchus, directeur Netwerkmanagement West-Nederland Noord, geeft de aanwezigen vervolgens in het auditorium inzicht in de RWS-organisatie en het beheer van de zeer uiteenlopende assets. Veel assets stammen uit de periode net na de Tweede Wereldoorlog en verouderen sneller dan gedacht door de zwaardere belasting die ze te verduren krijgen van meer en zwaarder verkeer. Tegelijkertijd is er sprake van een achterstand in het onderhoud door de vele bezuinigingen van de afgelopen decennia. “Maar draagvlak van de politiek is er nu wel”, zegt Bagchus terwijl ze een overzicht geeft van de vele projecten die er lopen rondom Amsterdam. Ze toont zich onder de indruk van de ideeën die ze zag op de marktplaats. “Ik heb leuke en nieuwe oplossingen gehoord en ben erg geïnteresseerd om daarmee aan de slag te gaan.” In dat licht refereert ze kort aan de deelname van RWS aan het WCM Fieldlab CAMINO dat zich richt op maintenance-innovatie in de infrasector.

Reliability first

Nadat de stemformulieren zijn ingenomen en de stemmen zijn geteld, komt Jan Braaksma met de uitslag: Team twee, met leden afkomstig van Heineken, Tata Steel, Defensie, TU Denmark, Croonwolter&dros en SPIE, blijkt de meest aansprekende oplossing te hebben bedacht. De teamleden betreden het podium om hun aanpak toe te lichten. Reliability comes first, stelt team twee en maintenance is slechts ‘second’.  De aanpak van team twee richt zich onder meer op het verbeteren van de contracten met de onderhoudsaannemers, met een condition based bonus-malusregeling en op het monitoren van de sluis met behulp van een stoplichtsysteem dat de actuele status aangeeft. Het team maakte een integraal plan van aanpak dat ook is toe te passen op andere assets van RWS. Een interessant idee is om gewone schepen die regelmatig dezelfde vaarroute nemen uit te rusten met sensoren die bijvoorbeeld de status van de kade in beeld brengen, om zo een overzicht te krijgen van het vaarnetwerk als geheel. Het voorkomt bovendien de inhuur van speciale schepen voor deze taak.

Paneldiscussie

Hierna is er nog een korte paneldiscussie. Angelien van Boxtel geeft eerst een reactie op de winnende oplossing. “Team twee heeft de case goed begrepen en heeft veel goede ideeën. Het is inderdaad ‘reliability first’, want we hebben altijd te maken met veel publieke aandacht. Het idee van een incentive voor de subcontractor spreekt me erg aan, evenals het idee van het sensorschip. Maar ik heb meerdere goede ideeën gezien, ook bij de andere teams.” Paul van Kempen constateert dat alle teams aandacht hadden voor de menselijke kant van het verhaal en de noodzaak voor het toepassen van change management. RWS-directeur Bagchus zag de input van de workshops terugkomen in de resultaten: “Het waren allemaal totaaloplossingen.”

Mindset change

Er wordt met de zaal van gedachten gewisseld over wie nu eigenlijk eigenaar is van verzamelde data. Team twee zegt daarover dat een mindset change noodzakelijk is. Teamlid Diana Beemster: “Als je niet gelooft in open data sharing, begin er dan niet aan. Begin met het bespreken van de strategie en het doel. Hoe het contract er in detail uit moet zien, dat mag de specialist uitzoeken.” Ook de betrokkenheid van de equipment manufacturer en het kopen van assets versus het kopen van beschikbaarheid, komen aan de orde.

Schaalbaar

Florian Roumen (projectleider bij Croonwolter&dros) van het winnende team is blij met de winst, maar echt verrast is hij niet, zegt hij. “We hadden goede ideeën vonden we zelf. Ik denk dat we het verschil hebben gemaakt doordat we het breder trokken dan alleen de sluis in Eefde. En onze aanpak is ook het beste schaalbaar, je kunt het detailleren tot op schroefniveau. Wat ik zelf geleerd heb deze week? Dat de diversiteit van een team helpt om tot goede oplossingen te komen.”

Terugblikkend op de dag zegt Nienke Bagchus: “Het was een soort speeddaten op de marktplaats. De ideeën zijn in de basis min of meer hetzelfde en er kwamen enkele originele invalshoeken bij. Eén team nam ook de gebruiker mee in zijn verhaal, dat vond ik wel verfrissend.” Angelien van Boxtel vult haar aan: “Het basisvoorstel van de winnaar, daar kunnen we zeker iets mee, aangevuld met ideeën van de andere teams, dus daarmee gaan we aan de slag. Overall kan ik zeggen dat alle bedachte oplossingen van een goed niveau zijn. Ook de theorie van de lecturers van de afgelopen week is goed toegepast.”