17 oktober 2019

WCM Jaarevent 2019

Positieve impact van smart maintenance op de energietransitie

Dat onze energievoorzieningen moeten veranderen is inmiddels genoegzaam bekend. Dankzij technologische vooruitgang gaan de ontwikkelingen hard, maar hoe zit het met de impact van smart maintenance op die energietransitie? Welke oplossingen zijn er voorhanden en waar liggen er kansen? Dat waren de centrale vragen op het jaarevent van WCM.

Met een negental enthousiaste sprekers wordt het thema ‘de impact van onderhoud op de energietransitie’ op 8 oktober vanuit verschillende gezichtspunten benaderd. Dat gebeurt in de groene congreslocatie Inspyrium op het terrein van een boomkwekerij in Cuijk.

Cruciale rol maintenance

Honderdtwintig onderhoudsprofessionals luisteren eerst naar de openingsspeech van Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink. De voorzitter van ondernemersorganisatie FME stelt onder meer dat de Nederlandse technologische industrie alleen kan excelleren met smart maintenance. Over de energietransitie   zegt ze dat de opdracht ‘mega’ is en dat daarom samenwerken in de hele keten noodzakelijk is. FME en WCM kunnen bedrijven ondersteunen in hun overgang naar een duurzamere bedrijfsvoering of nieuwe, duurzamere producten. Dezentjé Hamming-Bluemink noemt Project 6-25 als voorbeeld. Dit samenwerkingsverband van industrie, financiers, overheid en kennisinstituten wil een reductie van zes miljoen ton CO2 realiseren voor 2025. Het verbeteren van de procesefficiency met bestaande technologie vormt de basis en smart maintenance speelt daarin een cruciale rol, zegt de FME-voorzitter. “Wij hebben elkaar nodig en Nederland heeft ons nodig.” Lex Besselink van WCM komt vervolgens op het podium en tekent samen met Dezentjé Hamming-Bluemink een intentieverklaring voor de samenwerking in Project 6-25.

Onderzoeksresultaten WCM-lidmaatschap

Besselink mag op het podium blijven om de resultaten van een onderzoek naar de meerwaarde van het WCM-lidmaatschap toe te lichten. Besselink: “WCM is al pakweg tien jaar bezig en we hebben veel goede projecten gedaan. Toch krijgen we nog steeds de vraag ‘waarom zou ik meedoen?’” Uit het onderzoek komt onder andere naar voren dat deelnemers ervaren dat hun kennis is toegenomen en het imago is verbeterd. Ook onderdeel zijn van het WCM-netwerk vindt men belangrijk. “En het doorvoeren van innovaties in het eigen bedrijf is eenvoudiger dankzij deelname in de projecten.” Besselink overhandigt het rapport aan de FME-voorzitter. De congresbezoekers ontvangen het document later bij het verlaten van de zaal.

Jungle in de stad

Stef Janssen is ‘innovator ecological engineering’ en gastdocent bij TU Delft. Met groot enthousiasme breekt hij een lans voor meer jungle in de stad. Janssen ziet een rol voor de stad als bron van natuurontwikkeling en bedacht hiervoor de boomveer; een plug and play boombiotoop (‘de levende klimaatmachine’) die op locaties kan staan waar normaal geen boom kan staan. Janssen ziet het al voor zich: tiny forests op gebouwen zodat er een ecosysteem ontstaat voor energie-, water-, licht- en bodemhuishouding. “In 2030 hebben we groene steden.” Hij heeft nog een tip voor de aanwezigen: “Ga niet uit van de normen, maar doe wat nodig is.”

Young WCM: Tata Steel

Young WCM is een nieuw platform voor young professionals in de onderhoudsketen. De eerste 25 deelnemers werkten in twee teams aan cases van NS en Tata Steel op het gebied van smart maintenance en energietransitie. Nils Luger (SPIE Nederland) vertelt namens zijn team over het optimaliseren van een verouderden over-gedimensioneerd pompsysteem bij Tata Steel. De flow van een pomp wordt traditioneel geregeld met een smoorklep. “Alsof je vol gas rijdt met je auto en ondertussen de rem intrapt om de juiste snelheid te bereiken”, legt Luger uit. Niet erg energie-efficiënt dus. Zijn team vond de oplossing. Door een magneetkoppeling – een bestaande en bewezen techniek – te plaatsen, boek je enorme energiewinst, verlaag je de CO2-uitstoot en nemen de onderhoudskosten fors af, legt hij uit. “Het draait nu in twee systemen. Alleen Tata heeft al duizenden pompen en ook de rest van Nederland staat er vol mee. In het kader van Project 6-25 kunnen we dit snel uitrollen.”

Meebewegen

“Kijken, leren, begrijpen en klein ingrijpen; dat hebben we nodig”, zegt Jacolien Eijer. De directeur van Koninklijke NL Ingenieurs stelt dat ecosystemen altijd circulair zijn en zich ontwikkelen tot een bepaald ‘climax-stadium’, wat betekent dat ze robuust zijn. “Als je dat projecteert op de stad, dan moet je steden zo maken dat ze in een climax-stadium komen. Er gebeurt van alles in zo’n stad, maar het geheel is stabiel. Dat is de ideale situatie.” In een ecosysteem is een aantal zaken van belang, zegt Eijer. De gelaagdheid van het systeem, de onderlinge relaties, de kritische omslagpunten en cascade-effecten spelen een rol. “We moeten meer kijken naar sturende processen in een ecosysteem en klein ingrijpen om vervolgens die cascade-effecten te bereiken.” Eijer zegt ook:  Onderhoud verrichten is eigenlijk niet wat je wilt, want het betekent dat je het bestaande in stand houdt. Je moet juist meebewegen.”

Winnaars WCM Research Awards

Daarna is het tijd voor de jaarlijkse uitreiking van de WCM Maintenance Innovation Research Awards. WCM-directeur Henk Akkermans reikt de awards uit. Loes Bekker (TUe) ontvangt de award voor de beste Bachelor Scriptie. Bekker ontwikkelde een procedure die de restlevensduur bepaalt van een generator die in tweederde van de röntgenapparatuur van Philips zit. Een dergelijk model bestond nog niet, waardoor de generatoren veelal te vroeg, of juist te laat, werden vervangen. De Master Scriptie award is voor Rolf Gelpke (UT) die voor Liander een slimme en vernieuwende aanpak ontwikkelde om het duurzaamheidaspect te kunnen beoordelen in aanbestedingen. Bram Westerweel (TUe) krijgt de Ph.D. Scriptie Award voor zijn proefschrift over het 3D-printen van reserveonderdelen.

Binnenvaart

Ging het bij Janssen en Eijer over de stad, Koen van der Mijle van MoorInsight bespreekt de stappen die hij samen met WCM zet op het
gebied van brandstofbesparing in de binnenvaart. Het is een complex vraagstuk waarin verschillende condities zoals stuurmanskunst, stroming, wind, beladingsgraad en piekvermogens een rol spelen, vertelt Van der Mijle. “We hebben veel data verzameld van diverse vaarroutes en met behulp van machine learning hebben we een algoritme ontwikkeld dat waypoints genereert voor een optimale vaarroute.” Inmiddels is er een schip dat volgens deze waypoints zijn vaarroute aflegt.

Gebouwde omgeving

WCM Jaarevent 2019Een energieneutrale woning is nu nog te duur, er zijn te weinig vakmensen om de benodigde installaties te installeren en de bouw is niet efficiënt, somt Rik van Berkel (FME) een paar problemen op. “Waar liggen kansen voor WCM om bij te dragen aan de klimaatopgave in de gebouwde omgeving?”, vraagt hij aan zijn toehoorders. Dat levert verschillende reacties op. Iemand zegt dat een goed onderhoudsmodel in BIM kan bijdragen aan meer begrip over de technische installaties, iets wat volgens de spreker nu niet het geval is. Een spreker zegt dat je klein moet beginnen, bijvoorbeeld met sensoren die de daadwerkelijke temperatuur en CO2 meten, om daarmee al direct kleine besparingen te realiseren.

Young WCM: NS case

Jon Groot (SPIE Nederland) is vervolgens de deelnemer aan Young WCM die de case van NS mag toelichten. De opdracht
luidde: ‘het scherper krijgen van de visie op real time monitoring’. De onderzoekers richtten zich op de vier generaties Sprinters die de NS in bedrijf heeft, waarbij de vraag werd gesteld waar in het onderhoudsproces er energie bespaard kan worden. Onderhoud vindt nu plaats op basis van historische gegevens; met real time monitoring verschuift het onderhoudsmoment naar ‘net voordat het stuk gaat’. Dat bespaart niet alleen tijd en onnodige vervangingen, het bespaart ook op ritten naar de werkplaats en op het transport van onderdelen. Dat levert ook de grootste energiebesparing op. “Tractie is de grootste energieverbruiker.”

Brandweerman of beheerder?

Energietransitie en de rol van Eneco, daarover vertelt managing director Heat & Industrials Michiel van den Berg. Doel van Eneco is om vijftig procent van de energie duurzaam op te wekken. Een flinke opgave, die een investering vergt van vijf tot tien miljard in de komende vijf tot tien jaar. Daar komt bij dat het uitvoeren van de werkzaamheden ‘concurreert’ met het onderhoudswerk. Van den Berg: “Het zijn dezelfde handjes die het moeten uitvoeren.” Eneco heeft te maken met oude en nieuwe assets, wat de situatie complex maakt. “Wat kun je hierbij doen aan datageneratie en -analyse?” Hij noemt een voorbeeld van twee jonge meiden die een nieuw model ontwikkelden voor een bepaalde taak, wat door de gevestigde orde werd beschouwd als ‘kan niet’. “Maar het werkt nu al dertig keer sneller dan de oude aanpak. Dat oude en nieuwe bij elkaar brengen, dat is interessant. Je moet aan de slag met de mens erachter. Ben je de brandweerman, of beheer je de sprinklerinstallatie? We hebben bijvoorbeeld lang de hands on tool time gemeten. Achter de computer zitten was ‘waste’. Hoe draai je dat om? Het vraagt veel verandering bij onze mensen.”

Noordzee

“De energietransitie gebeurt al live op de Noordzee”, opent René Peters van North Sea Energy. De groei van windparken is er exceptioneel, maar er is één probleem: de Noordzee is vol. Er wordt nu één gigawatt opgewekt en dat moet naar 11,5 in 2030 en misschien wel zestig in 2060. “Andere functies moeten dus verdwijnen, of je moet ze integreren om zo meer ruimte te creëren.” Er loopt onderzoek naar het opslaan van CO2 in lege gasvelden. “Welke velden en welke pijpleidingen? De ambitie is zeven megaton per jaar op te slaan.” De tweede uitdaging is om alle windenergie in het systeem te krijgen. Over tien jaar is het offshore grid vol met 11,5 gigawatt, terwijl er daarna nog meer bij moet. Waterstof als energiedrager is over tien jaar mogelijk een optie, zegt Peters. Verder vooruitkijkend ziet hij multifunctionele energie-eilanden ontstaan op zee, met functies voor opwekking, opslag, transport en onderhoud.

Na de voordracht van Peters is het tijd om na te praten en te netwerken. Dat gebeurt in de sfeervolle foyer. Een tevreden Henk Akkermans blikt er kort terug. “Het was een energieke dag, met veel mooie en inspirerende verhalen. Overduidelijk is gebleken dat onderhoud, vooral slim onderhoud, een grote rol speelt bij de energietransitie. Hopelijk zorgt deze dag dat mensen elkaar opzoeken om zo samen beter en sneller vooruitgang te boeken.”