8 juli 2021

Young professionals die in hun eerste baan zitten extra bagage meegeven, dat is kortgezegd de doelstelling van Young WCM. De focus ligt daarbij op hoe je innovatieprocessen moet opzetten en begeleiden en het opbouwen van een eigen netwerk. “Je leert breder kijken.”

Young WCM is een jaarlijks terugkerend programma dat bestaat uit vijf masterclasses. Binnen het programma werken de deelnemers aan een eigen innovatieproject. Dinsdag 6 juli vond de slotbijeenkomst plaats van de editie van dit jaar.

Eerste fysieke bijeenkomst

De bijeenkomst op de WCM-locatie van Fieldlab Campione in Rijen is de eerste fysieke bijeenkomst voor de tien deelnemers. Door corona vonden de eerdere sessies allemaal online plaats. Jan Braaksma van Young WCM: “Dat ging eigenlijk verbazingwekkend goed, met wat speelsere werkvormen, kortere sessies en externe sprekers. Maar we zijn blij dat het vandaag fysiek kan. Dat is leuker en geeft meer ruimte voor onverwachte gebeurtenissen. Want dat is ook innovatie: ruimte voor het onverwachte.”

Netwerkfunctie werkt

De netwerkfunctie van Young WCM was door de onlinefactor wat lastiger te realiseren. Dat dit aspect fysiek beter tot zijn recht komt, blijkt vandaag direct. Rick van Oostende van Eneco en Kishore Kumar Panneer van Vanderlande maken na afloop de afspraak om op korte termijn bij elkaar te komen.

“We hebben veel overlap in de dingen waarmee we bezig zijn. Het lijkt ons goed om onze ervaringen te delen en te kijken hoe we elkaar kunnen helpen.” – Rick van Oostende, Eneco

Status

Alle deelnemers vertellen vandaag over de status van hun innovatieplan: hoe ver zijn ze, waar lopen ze tegenaan, welke stappen moeten ze nog zetten. Mohammed Abdullatif van Waterschap HHNK hikt aan tegen het feit dat zijn organisatie andere prioriteiten stelt. In combinatie met een tekort aan technici verhindert dat de gewenste voortgang. Abdullatif: “We hebben sensoren geplaatst op een rioolgemaal en het meten loopt. Nu hebben we de technisch specialist nodig, maar die is niet beschikbaar.”

Hoe overtuigen

Wat ook niet helpt is het feit dat er veel collega’s vanuit verschillende invalshoeken (geld, tijd, techniek) zijn betrokken. “Er zijn veel verschillende meningen. Samen met mijn collega Maud ben ik nieuw in predictive maintenance en het is moeilijk om de ervaren collega’s te overtuigen.” Maureen de Haan, die namens Fieldlab Fortissimo aan tafel zit, constateert dat Abdullatif ‘bewijsmateriaal’ nodig heeft. Abdullatif beaamt dat: “Ja, het zou mooi zijn als wij een storing voorspellen en dat die dan ook gebeurt. Dan krijgen we de mensen makkelijker mee, denk ik.”

Experimenteren

Lotte Kattenberg van Waternet werkt aan het opzetten van dashboards voor asset management en predictive maintenance. Kattenberg heeft de beschikking over veel data en experimenteert al met dashboards. Net als bij HHNK is het ook bij Waternet lastig om de collega’s te overtuigen van de betrouwbaarheid en meerwaarde.

“De experts weten het beter, is het idee. Er is een andere manier van denken nodig.” – Lotte Kattenberg, Waternet

Door te experimenteren met de dashboards en verschillende disciplines te betrekken, hoopt ze de collega’s te overtuigen. Vanuit de groep krijgt ze de tip om vast te stellen welke data ze precies nodig heeft, in plaats van álle data te verzamelen. Een andere suggestie is om te proberen of ze haar plan kan laten aansluiten op de grotere thema’s binnen de organisatie.

Ambassadeurs vinden

Bij Eneco werkt maintenance engineer Rick van Oostende aan het invoeren van predictive maintenance. Verouderende assets en groeiende warmtenetwerken met de bestaande mensen operationeel houden is daar een uitdaging. Van Oostende vertelt dat de organisatie richting voorspellend onderhoud wil: de IT-middelen zijn er en er is budget. Maar er is ook tegenwind, onder meer van de medewerkers in het veld. “Zij zijn bang dat ze hun baan verliezen, of in ieder geval het leuke deel van hun werkzaamheden.” Van Oostende voert veel gesprekken met de medewerkers en betrekt het ook in de workshops met de data scientists. Toch wil het nog niet erg vlotten. Gijsbert Postma van de Landmacht doet hem de suggestie om stakeholders in de organisatie die positief zijn over predictive maintenance meer actief te betrekken en tot ambassadeur te maken. “Dan creëer je momentum.”

Beste practices delen

Postma werkte zelf bij de Landmacht aan een uniforme opzet voor de verschillende maintenancebedrijven. Iedere brigade heeft namelijk zijn eigen onderhoudsbedrijf en daarnaast is er nog een ‘algemene’ onderhoudsdienst. Standaardisatie moet onder andere helpen om het verzamelen en analyseren van data te vergemakkelijken. Ondanks aanvankelijk enthousiasme bij de leiding, is het innovatieproject voorlopig de ijskast in, vertelt Postma. “Nieuwe leiding, nieuwe inzichten dus ook nieuwe prioriteiten, in een continu veranderende omgeving.” Hij krijgt van de aanwezigen verschillende tips om het project alsnog vlot te trekken, bijvoorbeeld door in kleine stappen best practices te delen. Postma denkt zelf dat het op termijn nog wel goed komt. De komst van een nieuw ERP-systeem over enkele jaren zorgt nu voor een soort wachtstand, maar is straks wellicht een enabler.

Te weinig storingen

Zo heeft iedere deelnemer zijn eigen problemen te overwinnen. Er is overlap, vooral op het gebied van stakeholdermanagement. Maar er zijn ook zaken die typerend zijn voor een bepaalde organisatie, zoals bij Vanderlande. Kishore Kumar Panneer loopt daar tegen een heel ander probleem aan. Het verzamelen van de benodigde data is lastig, omdat er te weinig storingen zijn.

“De noodzaak voor het ontwikkelen van predictive maintenance is er en we hebben er een dedicated team voor. Alleen de benodigde data ontbreken.” – Kishore Kumar Panneer, Vanderlande

Hij wil aan de slag met digital twins en is geïnteresseerd in nieuwe methoden om met weinig data toch zinvolle modellen voor predictive maintenance te kunnen ontwikkelen.

Falen hoort erbij

Nadat ook de andere deelnemers hun verhaal hebben gedeeld, rondt Braaksma de bijeenkomst af. Hij constateert dat vandaag maar weer eens duidelijk is geworden dat het managen van een innovatie meer vergt dan alleen de technologie. En dat ook falen erbij hoort: het is onderdeel van een innovatieproces en uiteindelijk een leermoment dat je weer verder helpt. Hij stelt voor om in het najaar nog een terugkomdag te houden om de voortgang van de projecten te bespreken en de contacten ‘levend’ te houden. “En als jullie ondertussen hulp nodig hebben, kunnen jullie te allen tijde contact met ons opnemen.”

Open mind

Lotte Kattenberg blikt na afloop terug op haar deelname: “Ik deed in 2019 mee aan de WCM Summer School. Toen de uitnodiging voor Young WCM kwam, was dat voor mij een logisch vervolg. Het helpt om uit je eigen bubbel te komen en nieuwe inzichten op te doen. Ik heb door Young WCM geleerd hoe je van idee naar uitvoering gaat en hoe belangrijk het is om anderen te betrekken.” Gijsbert Postma werd door een collega die eerder bij de WCM Summer School was betrokken, gewezen op Young WCM:

“Voor mij is de grootste meerwaarde dat je bij anderen in de keuken kunt kijken. Je leert breder kijken: in andere mogelijkheden, in je denkwijze, met een meer open mind.” – Gijsbert Postma, Landmacht

Dat werkt ook andersom, zegt hij. “Wij kijken bij de landmacht anders naar kosten en risico’s dan de civiele wereld. Ik denk dat civiel op zijn beurt ook van ons kan leren. Die kennisdeling is alleen maar goed.”

Rick van Oostende: “Ik was direct enthousiast over het concept. Vooral de masterclasses spraken mij erg aan. Het was jammer dat het door corona online moest, maar uiteindelijk verliep dat prima. Mijn deelname heeft mij echt verder geholpen in mijn persoonlijke skills. Ik ben anders gaan kijken, meer met een helikopterview. En ik heb nieuwe contacten opgedaan. Ik kijk uit naar mijn afspraak met Kishore van Vanderlande. Ik ben zeer tevreden over Young WCM.”

Na de WCM Summer School van dit jaar start Young WCM met een nieuwe lichting deelnemers. Er is ruimte voor maximaal vijftien deelnemers. Wil je meer weten, of wil je je direct aanmelden? Neem dan contact op met coördinator Young WCM Roland van de Kerkhof