28 september 2021

Achter open innovatie gaat een wereld van mechanismen schuil. Deze mechanismen dragen bij aan het succes van een samenwerking. Het zijn eigenlijk ‘de knoppen’ waaraan je kunt draaien en die het verschil kunnen maken tussen een succesvol initiatief of niet. Toch kennen weinig mensen de theorie achter succesvolle innovatienetwerken. Hier willen wij verandering in brengen. Om je op weg te helpen, delen we daarom in dit artikel 3 typen netwerken die volgens de wetenschap bijdragen aan open innovatie. Hierbij leggen we een link naar CAMINO en de keuzes die we hierbinnen dagelijks maken.

Voor de beschrijving van de verschillende netwerken kijken we naar Harryson (2008)*. In zijn onderzoek noemt hij 3 typen netwerken die een rol spelen bij innovatie. Dit zijn het creativiteitsnetwerk, transformatienetwerk en het procesnetwerk. Alle drie hebben ze hun eigen kenmerken en vragen ze om een andere mate van samenwerking.

Type 1: het creativiteitsnetwerk

Vorm van samenwerking: vrijblijvend
Belangrijkste doel: kennis uitwisselen

Een creativiteitsnetwerk – in de literatuur bekend als creativity network – wordt gedefinieerd als een netwerk waarbij mensen met verschillende soorten kennis over hetzelfde onderwerp samenkomen. Door samen aan hetzelfde thema te werken, ontstaat een dynamiek van creativiteit. Mensen in het netwerk luisteren naar elkaars ideeën en komen hierdoor tot nieuwe inzichten.

Deze manier van werken helpt om tot innovatieve oplossingen te komen. Hoe meer invalshoeken je in het netwerk samenbrengt, hoe meer er te leren valt. Probeer daarom een gevarieerde groep bij elkaar te brengen van mensen met verschillende (kennis)achtergronden en visies op het probleem. Maar voer het ook niet te ver door: als de belangen rondom het thema te ver uit elkaar liggen, vermindert de effectiviteit van het netwerk.

Hoewel een creativiteitsnetwerk gerust jarenlang kan bestaan, is de samenwerking vrijblijvend. Buiten het netwerk zijn de leden niet aan elkaar verbonden. Instappen of uitstappen is en blijft altijd mogelijk. Een creativiteitsnetwerk onderscheidt zich van een ‘borrelnetwerk’ omdat het gericht is op een specifiek thema. De focus ligt niet (alleen) op relaties, maar op het bedenken van innovaties.

Type 2: het transformatienetwerk

Vorm van samenwerking: projectmatig
Belangrijkste doel: gezamenlijke oplossing bedenken

Een transformatienetwerk (transformation network) bestaat volgens de literatuur uit een groep personen of organisaties die belang hebben bij dezelfde innovatie. In plaats van een aanpak waarbij ieder voor zich een technologie of werkmethode ontwikkelt, werken de partijen gezamenlijk aan een oplossing. Na afloop van het project neemt ieder de opgedane kennis mee naar de eigen organisatie, om het daar toe te passen.

De leden van een transformatienetwerk ontwikkelen samen iets nieuws. Daardoor gaat de samenwerking verder dan bij een creativiteitsnetwerk. Het is daarom goed om de verwachtingen voor en tijdens de samenwerking uit te spreken. Hoe helderder ze zijn, hoe groter de kans op succes.

Daarnaast is het slim om een overeenkomst te sluiten. Hierin leg je vast wat de doelen zijn en wat elke partij inbrengt aan kennis en middelen. Ook bepaal je wat iedereen na afloop van het project mag doen met de opgedane kennis en de nieuwe technologie. Zo voorkom je problemen met het toepassen van de innovatieve oplossing.

Type 3: het procesnetwerk

Vorm van samenwerking: structureel
Belangrijkste doel: samenwerken aan innovatie

Een procesnetwerk (process network) is het meest verregaande type innovatienetwerk. In een procesnetwerk gaan bedrijven die naast elkaar bestaan een samenwerking aan op een specifiek gebied. Ze hebben hetzelfde innovatieve doel waarvoor ze samenwerken. De overige onderdelen van de bedrijven blijven zelfstandig.

Een procesnetwerk vormt een langdurig onderdeel van meerdere organisaties. In principe kent de samenwerking geen einddatum. Daarom ben je afhankelijk van elkaar voor het onderdeel waarop je samenwerkt. Dat vraagt om veel commitment van alle betrokken partijen. Goede afspraken zijn de sleutel tot succes.

De belangrijkste reden om samen te werken in een procesnetwerk is dat je als organisatie tijd en geld bespaart door met iemand met hetzelfde doel op te trekken. Natuurlijk is het belangrijk dat je voordelen hebt van het gebruiken van elkaars kennis. Zo ontstaat een structurele samenwerking die voor iedereen meerwaarde heeft.

Voorbeelden uit de praktijk van Fieldlab CAMINO

Meerdere onderdelen van CAMINO zijn te benoemen als creativiteitsnetwerk. Eén daarvan is het kennisoverleg over railmonitoring. Hierin komen meerdere partijen (ProRail, RET, Sitech, Royal HaskoningDHV) 2 à 3 keer per jaar samen om te delen wat zij doen op het gebied van railmonitoring. De intentie is dat ze van elkaar leren, zodat ze niet ieder voor zich het wiel opnieuw uit te hoeven vinden. Dit levert al een paar jaar voor alle partijen veel nieuwe inzichten op, tegen minimale tijdsbesteding.

Fieldlab CAMINO – en vooral veel projecten binnen het fieldlab – is te kenmerken als transformatienetwerk. Voorbeelden zijn RTC Almelo en Proeftuin Sluis Eefde, maar ook Machine learning pompgemalen, Proeftuin Zeelandbrug en De Slimme Vecht. In al deze projecten werken partijen samen en investeren ze hun tijd en middelen in het vinden van een oplossing. Aan het einde van het project nemen ze het geleerde mee terug naar de eigen organisatie. Dankzij goede afspraken helpen partijen elkaar, terwijl ze toch vrijheid behouden voor eigen invulling in de toekomst.

Tot slot heeft de samenwerking tussen NS en ProRail binnen CAMINO veel kenmerken van een procesnetwerk. Onder de vlag CAMINO Rail maken de twee partijen gebruik van elkaars assets om conditie te monitoren. Het monitoren van rails of bovenleidingen (ProRail) vanuit treinen (NS) bijvoorbeeld. Of het gebruiken van elkaars besturingsdata (bijv. uit treinen of vanuit wissels of seininstallaties) om storingen bij de ander te zien aankomen. Deze samenwerking begon 5 jaar geleden en bleek zó effectief dat NS en Prorail hebben besloten deze verder te ‘internaliseren’. Daardoor is het niet langer een project, maar heeft het een (semi-)permanent karakter.

Waarom is het slim om je bewust te zijn van het type samenwerking dat je aan gaat?
Elke samenwerking brengt uitdagingen met zich mee. Hoe meer obstakels je uit de weg kunt ruimen voor je begint, hoe soepeler de samenwerking loopt. Daarom is het goed om vooraf te bepalen op wat voor manier je samen wilt werken en hoe ver de ambitie (mogelijk) zal gaan. Zo voorkom je onduidelijkheid en (te) verschillende verwachtingen over de samenwerking. De indeling van Harryson in 3 verschillende typen netwerken kan helpen om de juiste samenwerkingsvorm te bepalen, inclusief wat dit betekent voor de wijze waarop je deze inricht.

Wil je meer weten over open innovatienetwerken of kun je wel wat hulp gebruiken bij het opzetten van een netwerk? Neem dan contact op met Ruben Ogink via ro@worldclassmaintenance.com.

*NB: inzichten uit dit artikel zijn ontleend aan het onderzoek dat Ruben Ogink uitvoert op het gebied van open innovatie netwerken onder de vlag van TU/Eindhoven en in samenwerking met Tilburg University en Old Dominion University (Norfolk, USA).

Bronvermelding:
Harryson, S.J. (2008), Entrepreneurship through relationships – navigating from creativity to commercialisation. R&D Management, 38: 290-310. https://doi.org/10.1111/j.1467-9310.2008.00516.x.