Zitten duurzaamheidsdoelstellingen en maintenance-efficiency elkaar in de weg, of versterken ze elkaar? Dienen ze hetzelfde doel? Goed onderhoud leidt automatisch tot energiebesparing, zegt Leo van Dongen van de NS. Het energiebewustzijn bij veel bedrijven mag wel wat groter, vindt lector Smart Energy Jack Doomernik van Avans Hogeschool.

“Onderhoudsorganisaties zouden er een target bij moeten krijgen op energieverbruik. Het management moet daarnaast goed luisteren naar de werkvloer. Monteurs en operators hebben vaak goed zicht op wat er gebeurt. Maintenance is sowieso vaak de spil, met veel cruciale informatie over het proces. Daarom is het belangrijk dat de directie daarop stuurt”, zegt Doomernik, die behalve lector ook principal consultant is bij Stork Asset Management Solutions.

Kortzichtig

Het thema duurzame energie breder onder de aandacht brengen, is wat de lector drijft. Want het gaat allemaal nog niet zo snel, als het gaat om het behalen van de doelstellingen van ‘Parijs’ en het daaraan gelieerde Energieakkoord, zegt hij, verwijzend naar de achterblijvende resultaten in Nederland. “Kijk, de industrie werkt normaal vanuit een businesscase: kan ik mijn investering terugverdienen? Lukt dat niet, dan haken ze af. Ik vind dat beperkt. Bedrijven hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de generaties na ons.”

Vanuit asset management

Doomernik: “In de industrie gaat het vooral om de hoogste beschikbaarheid. In de dagelijkse operatie sluit onderhoud daarop aan en op dat moment is energie ondergeschikt. Kijk je strategisch, vanuit asset management, dan speelt energiebeheer wel een rol.” Dat sluit precies aan op de visie van Leo van Dongen, Chief Technology Officer bij NS en professor Maintenance Engineering aan de Universiteit Twente. “Je moet het inderdaad benaderen vanuit asset management: de inzet van kapitaalgoederen over de hele breedte. Dus niet alleen het rollend materieel, maar ook de werkplaatsen. We hebben de afspraak met de overheid om tussen 2005 en 2020 vijfendertig procent energie te besparen. Dat gaat lukken. We staan inmiddels op dertig procent.”

Speciaal team

Tata Steel in IJmuiden heeft net als NS een overeenkomst met de overheid over het terugdringen van de energieconsumptie. Sinds enkele jaren is er een speciaal team actief is dat voor de hele site de energy efficiency probeert te verbeteren. Dat varieert van het beter inregelen van bepaalde installaties tot nieuwe gebouwen zo duurzaam mogelijk maken. “Onder meer door ze te verwarmen met restwarmte uit de fabrieken.” Tata Steel is daarnaast al enige tijd bezig met het ontwikkelen van een geautomatiseerd systeem voor de gasverdeling. Het systeem moet zorgen voor een nog efficiëntere inzet. “Behoorlijk ingewikkeld. Maar we blijven ermee bezig.”

Gemiste kans

Grote industriële energieverbruikers zijn volop bezig met energiebesparing, signaleert Doomernik, maar in de laag daaronder ziet hij te weinig gebeuren. “Een gemiste kans, want ongeveer dertig tot veertig procent van het energieverbruik in Nederland komt uit de industrie. Onder druk van het ministerie is er nu wel wat beweging. Wat je wilt is dat bedrijven langetermijnplannen maken voor minder energieverbruik. In de chemiesector is veel te halen, en in de industrie voor basismaterialen zoals staal en cement, maar ook elders. Om te beginnen kunnen bedrijven kritisch naar de parameters van hun installaties te kijken. Neem net als Avans en Tata Steel de instellingen onder de loep; kan het minder, kan er iets uit in het weekend? Als je bijvoorbeeld de klimaatinstallatie van een kantoor goed inregelt, scheelt dat al gauw vijftien procent aan energie. En kijk verder dan het hek van je eigen terrein, bijvoorbeeld door je restwarmte te leveren aan een ander bedrijf. Het strategisch energiebeleid ligt bij de directie. Op de werkvloer moet je bij vervanging van bijvoorbeeld een motor kijken of er geen energiezuinige variant is. En ja, ik weet het, die is vaak duurder in de aanschaf. Dat is geen motivator voor een inkoper. Daarom zijn total cost of ownership en life cycle costing ook onderwerpen die hierin een rol spelen.”

Airco als energiebesparende maatregel

Om de energiebesparingen bij de NS te realiseren is een palet aan maatregelen genomen. Variërend van gesloten toiletsystemen tot airco’s in treinstellen. “Een airco lijkt geen energiebesparing, maar is dat wel. Doordat we airco’s hebben hoeven de ramen niet meer open. Hierdoor liggen de raampartijen nu vlak met de huid van de trein en is er een betere stroomlijn. Ook blijven er geen ramen meer open staan, waardoor er geen verwarming aanspringt als een trein opstart.” Door deze en andere maatregelen daalde het energieverbruik van honderd naar zeventig Wattuur per reizigerskilometer.

Besparen op componenten en materialen

Andere maatregelen die de NS invoerde, zijn onder meer energiezuinig opstellen (verwarming en verlichting uit) en rijden (tractie tijdig uitzetten en uitrollen alvorens te remmen), inkopen van groene energie, nieuwe technische centra met BREEAM-certificering en afspraken met leveranciers over maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het onderhoud zelf kijkt de NS bijvoorbeeld kritisch naar de revisietermijnen. “Als de leverancier zegt dat je na achthonderd duizend kilometer een wielstel moet reviseren en je kunt dat op basis van onderhoudsresearch en conditiemonitoring oprekken naar 1,1 miljoen kilometer, dan bespaar je op componenten en materialen.”

Marges onder druk

Bij Tata Steel is het al heel lang gebruikelijk om productiegassen zoveel mogelijk weer in te zetten bij de eigen bedrijven. Zo efficiënt mogelijk met je energie omgaan, is onlosmakelijk verbonden met de staalproductie waar de marges altijd onder druk staan, legt Rab uit. “De component energie in de prijs is groot.” Zijn afdeling is verantwoordelijk voor de levering van stoom, demiwater, koelwater en de diverse procesgassen voor de hele site. Ook de hoogspanningsinstallatie valt onder de afdeling. Leveringszekerheid is cruciaal. Volgens Rab is ‘IJmuiden’ een van de drie meest energiezuinige steel plants ter wereld.

Subsidies

Het staalbedrijf kijkt bij het aanschaffen van nieuwe machines heel erg naar energie efficiency. “Het moet beter zijn dan wat we hebben.” Ook bij onderhoud of een revisie wordt nagedacht over energiezuinigere verbeteringen. “Als we bij een turbine nieuwe schoepen moet installeren, denken we eerst na of we een betere kunnen ontwikkelen die weer een paar procent energiewinst oplevert. Het hangt ook wel af van hoeveel ruimte je krijgt van het management. Het gaat vaak over miljoenen euro’s. De businesscase moet kloppen, liefst met een korte terugverdientijd. Overigens zijn er vaak subsidies mogelijk, dat onderzoeken we ook.”

Duurzaamheidsoverwegingen

Het gaat overigens niet alleen om geld, zegt Rab. Duurzaamheidsoverwegingen worden steeds belangrijker. “Wij zijn een energieconsumerende industrie. We realiseren ons steeds meer dat we efficiënt en dus duurzaam staal moet produceren. Daarbij zoeken we continu naar nieuwe technieken waarmee we met een lagere CO2-uitstoot staal kunnen maken. Dingen anders en beter doen, daarover denken ze bij Tata Steel veel na, vertelt Rab. Zo was het pakweg tien jaar geleden nog heel gewoon om bij het verdelen van de gassen een fakkel op te zetten. “Dat is nu niet meer. En we steken er veel tijd in om de verschillen op dat gebied tussen de ploegendiensten gelijk te trekken. Onder meer door standaardisatie.”

Cultuurverandering

Doomernik vindt dat energiebesparing en duurzaamheid eigenlijk gaan over cultuurverandering. “Een grote groep bedrijven neemt een (te) afwachtende houding aan. Dat kost tijd en die hebben we niet.” Een bedrijf dat proactief met het onderwerp bezig is en daarvan niet alleen de vruchten plukt met een lagere energierekening, is sleepbedrijf Kotug. Het familiebedrijf heeft meer dan honderd sleepboten die wereldwijd actief zijn. Het bedrijf staat bekend om zijn innovatieve oplossingen. Een daarvan is de hybride sleepboot met elektro- en dieselmotoren. “Energiebesparing, milieuwinst en onderhoud gaan vaak hand in hand”, zegt Manager Fleet Performance & Innovation Koos Smoor.

Alternatieve aandrijving

Een sleepboot heeft grote dieselmotoren nodig om zwaar te kunnen trekken, maar dat vermogen wordt slechts in een paar procenten van de vaartijd echt gebruikt. “Voor het heen-en-weer varen is het niet nodig en zelfs tijdens het werk, worden de motoren niet continu belast. Toch doe je dan volgens het boekje op basis van de draaiuren je onderhoud. We stelden ons de vraag of dat niet anders kon. Zo kwamen we op de alternatieve aandrijving met elektromotoren.”

Lagere onderhoudskosten

Door de inzet van elektromotoren daalde het dieselverbruik met de helft. De onderhoudsinterval verschoof van een keer per jaar naar een keer per twee jaar. Smoor: “Omdat de dieselmotoren nu alleen nog op vol vermogen draaien, is de uitstoot veel gunstiger omdat je verbranding beter is. Ook de kosten daalden: we liggen minder stil omdat we minder onderhoud doen en ook de onderhoudskosten zelf zijn lager geworden.”

Commercieel interessant

Op dit moment ontwikkelt Kotug een energiebesparend en emissieloos systeem dat de warmte van de hoofdmotoren vasthoudt. “Iedere keer met een koude motor naar de volgende job zorgt voor meer emissies en ook voor meer onderhoud. We experimenteren nu met een warmtebuffer op basis van een faseovergangsmateriaal om warmte vast te houden. We denken per boot zestig ton CO2 per jaar te kunnen besparen, omdat we de helft minder walstroom nodig hebben.” De innovatieve energiebesparende oplossingen zorgen voor lagere kosten waardoor het sleepbedrijf concurrerender kan aanbieden. “En klanten die graag milieuvriendelijk werken, kunnen nu kiezen voor onze groene operatie.”

De aanpassingen aan de treinstellen vinden plaats tijdens revisie en onderhoud. Dat is een boodschap die Van Dongen wil meegeven aan de Nederlandse industrie. “Benut de periode van een shutdown of stop om je assets up-to-date te maken. Kijk over de hele breedte van je asset. Goed onderhoud leidt automatisch tot energiebesparing. En denk eraan: het gaat vaak over banale, platte fysische verschijnselen. Als de bandenspanning van je auto niet in orde is, gaat je brandstofverbruik ook omhoog.” Doomernik: “Ik zeg: alle hens aan dek. Onze aarde is namelijk onze grootste asset en vraagt om professioneel asset management.”

Tekst: Pieter Pulleman

Bron: WCM emagazine #03, juli 2017

Henk Akkermans
Contactpersoon:

Henk Akkermans
+31 6 53790009
Heeft u een vraag?