3 november 2017

Op 31 oktober vond in fort De Batterijen in Nieuwegein het jaarcongres van WCM plaats. Circa 150 bezoekerszien mentalist en illusionist Jan Reinder het jaarcongres openen. Hij zorgt ervoor dat iedereen direct bij de les is. Zo laat hij uit een schijnbaar lege papieren zak een bowlingbal met een vette klap op het podium stuiteren. De toon is gezet. Welcome in the amazing world of maintenance.

Amazing is ook van toepassing op de virtual world presentatie van de lopende WCM-projecten en fieldlabs. De animaties maken mooi duidelijk waaraan gewerkt wordt in (bijvoorbeeld) Fieldlab CAMINO, SMASH en CAMPIONE. Alle sectoren waarin WCM actief is met projecten en fieldlabs, komen voorbij tijdens dit jaarevent: infra, procesindustrie, maritiem, waste to energy, wind op zee, luchtvaart en de maakindustrie.

The Magic Mix
Margot Peters is de eerste inhoudelijke spreker. De natuurkundige is lid van een nieuw NS-team dat zich bezighoudt met het voorspellen van de toekomst: The Magic Mix. Mix, omdat het team bestaat uit datanerds, engineers en natuurkundigen. Magic, omdat het team in real time kan voorspellen dat er een defect aankomt. “En daar zijn we best goed in geworden dankzij de scheermesmethodiek”, zegt Peters.

Voorspellen is simpel
Moderne sensoren die iedere drie seconden een meting doen en de data live en draadloos doorsturen naar een centrale plek maken de voorspellingen mogelijk. Er zijn echter heel veel data en de vraag is hoe je van die databerg behapbare informatie maakt, legt Peters uit. Dat kan door de scheermesmethode van de monnik Ockham (14e eeuw) in te zetten. “Haal alle overbodige dingen weg, want simpel is effectief. En als het effectief is, wordt voorspellen simpel.”

Pragmatische oplossing
Peters haalt een voorbeeld aan. “Wiel-as-lagers zijn kritisch voor de veiligheid en er zit dus ‘mega’ veel onderhoud op en diverse vangnetten, maar als het fout gaat zien we het te laat en is er veel overlast.” Uit een analyse bleek dat er veel verschillende faalmechanismen zijn, maar dat vroeg of laat altijd warmteontwikkeling ontstaat. Prorail bleek een temperatuurmeetsysteem te hebben om de wielaslagers te monitoren. “We hebben alle data opgevraagd en geanalyseerd en dan blijkt dat je de warmteontwikkeling al honderd dagen vooraf ziet aankomen.” Er is nu een systeem ontwikkeld dat een alarm afgeeft als de temperatuur stijgt.

Door dit soort praktische en pragmatische oplossingen is het eenvoudiger om draagvlak te creëren, besluit Peters. “Waarom moeilijk doen met ‘deep learning’?”

Domme dingen
“Hoe voorkom je dat mensen in hun vrije tijd naar de fabriek moeten om een storing op te lossen?” vraagt Chris Sleijpen van Sitech Services retorisch. “Door telkens kleine dingen aan te passen, in de werkprocessen en aan de installaties.” Hij haalt een luchtcilinder aan die telkens juist in het weekend de geest gaf. Met een relatief simpele oplossing en een investering van vijfhonderd euro werd al voor 84.000 euro derving voorkomen. Sleijpen: “Ideeën komen uit het veld, de monteurs weten waar de domme dingen zitten. Het is onzetaak om die informatie uit de organisatie te halen.”

Sleijpen: “Laat medewerkers daarom naar beurzen gaan zodat ze de nieuwste technieken leren kennen, creëer commitment en maak ze mede-eigenaar van het probleem en daarmee deel van de oplossing.”

WCM-awards
Het is inmiddels traditie dat op het jaarcongres prijzen worden uitgereikt voor de beste maintenance-scripties. WCM-directeur roemt de kwaliteit van de inzendingen. “Veel scripties gaan over predictive maintenance, het is de business van morgen.”

De bachelor award is voor Nina Rooijakkers die een selectiemethode ontwikkelde voor het inzetten van 3D-printing voor reserveonderdelen voor de landmacht tijdens een missie. De master award is voor Corné Suijkerbuik die een integrale onderhoudsstrategie en voorraadmethodiek ontwikkelde voor röntgenapparatuur in operatiekamers.

Minou Olde Keizer en Fatjon Seraj zijn de award winnaars in de PhD-categorie. Olde Keizer voor het beschrijven van een typologie over wat condition based maintenance oplevert. Ze stelde vast dat conditie-informatie voor onderhoud ook gebruikt kan worden voor andere zaken zoals inspecties en het bestellen van onderdelen. Seraj bedacht hoe je van mensen sensoren kunt maken: door de data van hun smartphone. Die smartphones kunnen worden ingezet om falen in infra, wegen, voet- en fietspaden, op te sporen.

Veranderingen
Arjen Schaper is als hoofd van de engineeringsafdeling verantwoordelijk voor de maximale inzetbaarheid van de drie grootste marineschepen, tegen minimale kosten. Eén klant, drie schepen en een levensduur van dertig jaar. Hoe moeilijk kan het zijn? De beschikbaarheid is de resultante van alle logistieke en onderhoudsprocessen voortkomend uit het onderhoudsplan, het management en de organisatiecultuur. “En die zijn allemaal aan verandering onderhevig. Dat maakt het al een stuk moeilijker.”

Twintig jaar bezuinigen helpt ook niet, vervolgt Schaper. Onderhoudsprojecten werden uitgesteld, er was geen geld voor onderdelen en/of er was geen onderhoudspersoneel. “Ondertussen werden we gebombardeerd met werk, volgde de ene reorganisatie de andere op en holden we van probleem naar probleem. Als wij vanuit de engineeringsafdeling met een verbetervoorstel kwamen, dan oogsten we slechts scepsis.”

Sociale innovatie
De technologische vernieuwing gaat razendsnel, legt Schapers uit, maar om die te laten slagen is sociale innovatie noodzakelijk. “Hiervoor moeten we van een taakgerichte naar een mensgerichte organisatie, met meer verantwoordelijkheden en eigenaarschap op de vloer. Daarnaast heb ik gezocht naar engineers die bezig zijn met innovatie vanuit een persoonlijke drijfveer; dat zijn de kroonjuwelen van de organisatie. Wat drijft hen, welke behoeftes hebben ze?” Er zijn vier thema’s vastgesteld om de organisatie in beweging te krijgen. Schapers: “mensen uitdagen, mensen laten ontdekken, mensen laten delen en mensen waarderen. En innovatie gaat met vallen en opstaan, dus je moet ook het vallen waarderen.”

De deelnemers gaan vervolgens uiteen om deel te nemen aan één van de vier parallelsessies.

‘Zijn wij gek of geniaal?’
Arie van Vliet – Gouda Vuurvast

De scheidslijn tussen gek en geniaal is dun, zegt Arie van Vliet. De afgelopen tien jaar probeerde hij beweging te krijgen in de conservatieve ‘waste to energy markt’ (afvalverbrandingsovens) door hier en daar tegen wat heilige huisjes te trappen. Maar een nieuw idee erdoor krijgen, is niet eenvoudig. “Je wilt denkkaders verplaatsen, maar je medewerkers hebben die behoefte nog niet.” Met alleen een technische invalshoek krijg je het niet voor elkaar. “Je moet passie tonen en door muren willen gaan.” Een presentatie met een 3D-scanner op een beurs was de opmaat voor Van Vliet. ‘Kan dat ook in een oven?’, vroeg hij zich af. Het idee werd de grond ingeboord. “En dan is het een voordeel om directeur te zijn”, glimlacht hij.

Het idee met de 3D-scan evolueerde in een idee om een simulatiemodel te ontwikkelen die in beeld brengt wat er in een oven gebeurt. Het idee werd een project: De Lerende Steen met WCM als penvoerder en verschillende partners. Moraal van het verhaal”, zegt Van Vliet, is dat je als bedenker in de frontlinie durft te staan, dat je vasthoudt aan je visie en mensen enthousiast maakt.” Wijzend naar een foto van Aristoteles op het scherm: “De scheidslijn is dun, dus doe eens gek.”

Leven van de wind
Bart Hoefakker – WindPark Gemini

Bart Hoefakker leeft van de wind: hij is verantwoordelijk voor de operatie en de maintenance van twee windparken, tachtig kilometer noordelijk van Schiermonnikoog. Geïnspireerd door zijn tijd bij Shell is veiligheidsdenken de basis voor alle activiteiten en beslissingen, legt Hoefakker uit. Met een kleine organisatie van vakspecialisten stuurt hij de diverse contractors aan.

“Je moet goede partners verzamelen en zelf moet je meedoen, meekijken en snappen wat ze doen. Dan kan je samen kijken waar nog ruimte zit, wat er beter kan en heb je een win-win.” Vanwege de afstand en deomstandigheden (water, wind) is de logistiek een grote uitdaging. De onderhoudsstrategie is daarom niet innovatief, wel heel simpel. Regelmatig trekt er een multidisciplinair team op uit dat in drie dagen alles checkt.

“Maar we varen niet naar een turbine om vast te stellen wat er mis is.” Dat weet het team al, dankzij alle sensordata die worden verzameld en geanalyseerd. Behalve het onderhoud aan de 150 turbines, gaat het ook om het inspecteren van de fundamenten en de twee kabels die de stroom aan land brengen, twee high voltage stations, de verbinding met de Tennet-kabel en het managen van de onderdelen voorraad. Een dag stilstand levert een schadepost op van een miljoen euro of meer. “we ontvangen elke seconde live data, dat heeft ons al een paar keer gered.”

De zaag erin…”
Bastiaan Kroes – KLM Engineering & Maintenance

“Wat wij hebben mogen doen, is fantastisch”, trapt Bastiaan Kroes zijn presentatie af. De Boeing 787, het vliegtuig waarvan Kroes fleet chief is, is een wereld van verschil met andere vliegtuigen. Maar liefst 95 procent van de buitenkant van het vliegtuig is gemaakt van composiet materiaal. Plastic (vezelversterkte kunststof –red), aangebracht in vele lagen. De romp van het vliegtuig is daarmee te vergelijken met een petfles; je kunt het indrukken waarna het weer terug veert. Kroes daarover: “Het probleem is alleen dat je daarna niet meer kunt zien of de lagen composiet nog intact zijn.” Toen er in één van de tien composietvliegtuigen van de KLM een schade bleek te zitten, rees de vraag: kunnen we dit zelf repareren? Mogen we het zelf repareren?

Zijn eigen mensen overtuigden Kroes: dit kunnen we! Ook het grote en machtige Boeing raakte overtuigd en onder hun toezicht kon het team van Kroes aan de slag. Het vliegtuig stond vijf weken aan de grond, een enorme periode als je het vergelijkt met de gemiddelde doorlooptijden in de luchtvaart. Maar er is ook veel gewonnen, Kroes: “Mijn team was fantastisch. Mensen zijn onze belangrijkste asset, dat is me nu wel duidelijk. We hebben zoveel ervaring en kennis opgedaan in die vijf weken, dat we nu ook andere klanten wereldwijd kunnen helpen. Ik vlieg vanavond nog door naar Singapore. Een hele mooie nieuwe business ligt op ons te wachten.”

“Zit er meer techniek in een vliegtuigvleugel of een kippenvleugel?”
Robert Lemmens – Marel

Waar een vliegtuigvleugel al snel geassocieerd wordt met ‘hightech’ staan mensen vaak niet stil bij de hoeveelheid techniek die komt kijken bij het verwerken van een stukje vlees zoals een kippenvleugel.

Marel produceert diverse machines voor de voedingsmiddelenindustrie en merkt dat de uptime van de machines een steeds grotere rol speelt. Lemmens: “De klant vraagt steeds vaker wat het onderhoud van de machine kost in relatie tot de aanschafprijs.” Op basis van deze klantvraag houdt Marel zijn machines steeds beter in de gaten. Je zou kunnen zeggen dat Marel de machines steeds beter leert kennen. Lemmens heeft daarvoor diverse onderzoeksprojecten lopen. Eén ervan gaat bijvoorbeeld over de data die de kettingen geven waaraan de kippen door de slachterij gaan. Zodra de ruimte tussen de kippen groter wordt, kan dit een cruciale indicator zijn van versleten kettingen. Alle projecten gaan over de juiste keuze tussen de drie opties: ‘niks doen’, ‘een minimal repair uitvoeren’ of een ‘major repair’ inzetten. Volgens Lemmens is ‘predictive maintenance’ de enige weg vooruit. “Ik verwacht dat we in de toekomst geen machines meer verkopen, maar ‘uptime van machines’ als dienst”, aldus Lemmens.

 

Tekst: Pulleman Tekst & Communicatie

Foto’s: Edwin Wiekens, Photed